De studie van UZ Leuven onderzocht verschillende therapeutische regimes
Maandag 3 mei 2021 — Onderzoekers van UZ Leuven tonen aan dat een combinatietherapie van methotrexaat en cortisone de optimale startbehandeling is voor patiënten met beginnende reumatoïde artritis, ongeacht de ernst van hun prognose. Dat blijkt uit een vijfjarige studie waaraan verschillende Vlaamse reumatologische centra meewerkten. De aanpak is vandaag de standaardbehandeling in de betrokken centra en werd ook opgenomen in de nieuwste Europese richtlijnen voor reumatologie.
In de CareRA-studie werden meer dan 300 patiënten met reumatoïde artritis in tien Vlaamse reumatologische centra gedurende vijf jaar opgevolgd.
Wat is reumatoïde artritis?
Reumatoïde artritis treft ongeveer 1 op de 100 mensen en is een van de meest voorkomende vormen van reumatische aandoeningen. Het is een chronische auto-immuunziekte die wordt gekenmerkt door ontsteking van de gewrichten en pezen. Bij de meeste patiënten moet de ziekte levenslang onder controle worden gehouden met medicijnen.
Patrick Verschueren, hoofdonderzoeker van de studie en reumatoloog aan het UZ Leuven: “We weten al langer dat een onmiddellijke en krachtige aanpak in de vroege stadia van reumatoïde artritis aangewezen is om de ziekte snel en blijvend onder controle te krijgen. Daarom hebben we jaren geleden samen met Nederlandse collega’s een intensieve combinatietherapie ontwikkeld. We noemden het COBRA, wat staat voor “Combinatietherapie Bij Reumatoïde Artritis”. De CareRA-studie richtte zich op een paar open vragen: kunnen we de gecombineerde behandeling strategisch lichter maken zonder dat dit ten koste gaat van de werkzaamheid? En hoe belangrijk is cortison in de initiële behandeling?”
Een mildere versie van de klassieke combinatietherapie
Om deze vraag te onderzoeken, zette het team een gerandomiseerde gecontroleerde trial op. Patiënten werden eerst ingedeeld op basis van de geschatte ernst van hun ziekte: hoog of laag risico op een slechte prognose. Daarna werden ze willekeurig toegewezen aan groepen die verschillende behandelingsschema’s kregen. De onderzoekers vergeleken met name het klassieke COBRA-regime, dat bestaat uit een cocktail van verschillende medicijnen en een hoge dosis cortisone, met een mildere versie die alleen methotrexaat en een lagere dosis cortisone bevat (genaamd “COBRA Slim”). Bij patiënten met een laag risico werd de COBRA Slim-behandeling vergeleken met de traditionele stapsgewijze aanpak zonder cortisone, waarbij de antireumatische geneesmiddelen geleidelijk worden aangepast totdat de gewenste verbetering is bereikt.
Bij patiënten met een hoog risico en een slechte prognose toonden verschillende uitkomstmaten aan dat de COBRA Slim-behandeling net zo effectief was als de zwaardere behandelingen, die meer bijwerkingen hebben. In de groep met een laag risico was de behandeling zelfs veel effectiever en sneller dan de progressieve aanpak zonder cortisone.
Professor Verschueren: “Zelfs bij behandeling met COBRA Slim vonden we dat 70% van de patiënten al na acht weken remissie bereikten en dat hun ziekte op de lange termijn beheersbaar bleef. Zachte therapie met een lage dosis cortisone blijkt dus de geschikte initiële behandeling te zijn voor alle patiënten met beginnende reumatoïde artritis. Vandaag is het de standaardbehandeling in UZ Leuven en vele andere reumatologische centra. Onze aanpak is ook goedgekeurd door de European Society of Rheumatology en is opgenomen in haar richtlijnen.
Cortison
Het gebruik van cortisone in de initiële behandeling wordt soms bekritiseerd omdat het een hormoon is dat allerlei bijwerkingen kan hebben. De Leuvense onderzoekers wijzen er echter op dat cortisone zeer nuttig is bij beginnende reumatoïde artritis. Het werkt ontstekingsremmend, kalmeert snel de pijn en gaat de ziekte zelf tegen, terwijl conventionele antireumatische geneesmiddelen traag werken.
“We zien cortison als een belangrijk tijdbesparend wapen. Het helpt de gewrichtsschade en de psychosociale gevolgen van de ziekte te beperken, in afwachting van de werking van antireumatische geneesmiddelen zoals methotrexaat”, legt professor Verschueren uit. “Omdat we het strategisch aanpakken, binnen een strikt gedefinieerd tijdsbestek, blijven de bijwerkingen relatief beperkt en blijkt zelfs dat het gebruik van cortisone bij onze patiënten op de lange termijn zelfs lager is”.
Een breder kader
De CareRA-studie maakt deel uit van een breder kader van allerlei studies waarbij ook huisartsen, gespecialiseerde verpleegkundigen, patiëntenverenigingen en patiënten zelf betrokken zijn. De focus ligt bijvoorbeeld op het effect van de behandeling op het psychosociale welzijn, de kwaliteit van leven en de sociale integratie van patiënten. Het bevat ook een farmaco-economisch gedeelte waarin de kosteneffectiviteit van verschillende behandelingen wordt vergeleken. Uit deze onderzoeken blijkt dat de meeste patiënten de COBRA Slim-behandeling als zeer positief ervaren. De behandeling is ook goedkoop en kosteneffectief, waardoor deze wereldwijd toepasbaar is. Bij een minderheid van de patiënten is de aanpak met COBRA Slim niet voldoende en is het nog steeds nodig om over te schakelen op een zwaardere behandeling met andere geneesmiddelen. In het kader van een vervolgstudie met steun van het KCE onderzoekt het Leuvense team of vroegtijdig gebruik van de nieuwe generatie zogenaamde “biologische” en “gerichte synthetische” antireumatische geneesmiddelen in dergelijke gevallen aangewezen is. Er wordt ook gezocht naar biomarkers die in de toekomst kunnen helpen voorspellen welke therapie het meest geschikt is voor elke patiënt.
Oorspronkelijke artikel hier